Beeldhouwkunst is werken met volumes en licht; het beeld in de ruimte, de architectuur, is daarbij mijns inziens net zo belangrijk als de subtiele beweging van een wenkbrauw, een schouder. Samen moeten zij het verhaal vormen dat gaat over de muziek van het leven ónder de alledaagse melodie.

Beeldhouw-helden, favoriete schrijvers en denkers kunnen evenzeer uit de veertiende/vijftiende eeuw stammen als uit de 21e eeuw.  Zij zijn mijn leermeesters, de innerlijke kracht van hun beelden en boeken zijn voor mij, zoals de schrijver Jean Paul zegt, ‘brieven van verre vrienden’.